De gemeente als Wijngaard

Pastoraat in de context van het Koninkrijk.

In dit artikel wil ik een visie op pastoraat delen, geïnspireerd door Johannes 15. Vaak wordt pastoraat in gemeenten beperkt tot het begeleiden van zieken, diensten en het geven van losstaande cursussen als toerusting. Het mooie in de gedeelten die Johannes beschrijft, net voordat de Heere Jezus in de Olijfhof gevangen genomen wordt, is dat we keer op keer de samenwerking tussen Vader, Zoon en Heilige Geest zien. Die samenwerking wil ik centraal stellen in een andere vorm van pastoraat naast het omzien naar de zieke.

Metafoor van de wijngaard.

In de Bijbel wordt Israël voorgesteld als een wijngaard. Zie o.a. Jesaja 5: 1 t/m 7. De landman die de grond zuivert, de wijnstokken plant en een perskuip maakt. Voor bescherming van de wijngaard bouwt hij een muur en plaatst hij een toren. In Johannes 15 komt de Vader naar voren als de Landman die zorg draagt voor Zijn gewas. Elke rank die geen vrucht draagt neemt Hij weg, die wel vrucht draagt wordt gereinigd om meer te kunnen dragen. Er wordt dus ruimte gemaakt voor de gereinigde ranken. En dan spreekt Jezus over één zijn met Hem. Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb Ik ook u liefgehad; als gij Mijn geboden houdt zult gij één blijven met mijn liefde. Vers 12: Dit is Mijn gebod dat gij elkaar liefhebt zoals Ik ook u heb liefgehad.

De gemeente is die wijngaard. De Vader, de Landman draagt zorg. Hij heeft Jezus als de ware wijnstok gepland, als de Bron waaruit de gemeenschap vorm gegeven wordt, het leven ontvangt.  Zie je het voor je een gemeente die bestaat uit rijen met ranken waar al die druiventrossen aan hangen? Elke rank verbonden aan Jezus, de wijnstok. De Heer van de wijngaard die Zijn wijngaard beschermd maar ook vrucht wil zien. Die de ranken snoeit, de trossen krent. Die druiven wil persen zodat Hij uiteindelijk de wijn kan drinken. Net voordat Jezus zelf zijn leven zal geven en “geperst” zal worden geeft Hij dat beeld mee aan zijn discipelen.

Gemeenteopbouw/pastoraat

Veel tijd in gemeenten ten aanzien van pastoraat gaat zitten in het begeleiden van zieken, huwelijksbevestigingen, rouwdiensten, meditaties verzorgen en prediking. Een klein deel wordt vorm gegeven door toerusting. Ik pleit voor een andere wijze van werken zodat de focus niet komt te liggen op alles wat we moeten doen. Er groeit namelijk geen rank aan een rank. Mijn leven moet niet geënt zijn op die van een voorganger maar op Jezus. Dit is niet goed voor degene die pastoraat ontvangt maar ook legt het een druk op de ander, de begeleider. Ik mag wel van de vrucht die de voorganger, een medechristen plukken en eten.

Nee, verbonden met Jezus. Blijf één met Mij zegt Hij. Dat vraagt om stilte. De tijd nemen om in gebed tot rust te komen. Zelf te lezen in het Woord dat ons reinigt. God te loven met elkaar, in Zijn aanwezigheid te verblijven. Echt verbonden te zijn met Jezus. Dan kunnen de sappen gaan stromen.  In het boek Vol van de Geest van Peter Halldorf begint hij terecht met de volmaakte eenheid van de Drie-enige God. Een volmaakte eenheid en samenwerking tussen Vader, Zoon en Geest. Hij gebruikt daar de metafoor van dansen. Blijf één met Mij is een uitgestoken hand om aan deze dans deel te nemen. In deze dans mag die eenheid vorm gegeven worden en wordt de vrucht gevormd.

Als we hier zouden stoppen draait alles om onszelf. Dan wordt vrucht dragen een doel op zich. Helaas zie je dat te vaak in de praktijk van het leven. Dank komt het accent te liggen op alles wat wij doen en niet op waarvoor we geroepen zijn. Dan kunnen de vruchten mooi zijn maar wat heb je eraan als je die voor jezelf houdt. Als de tijd daar is, dan is daar ook de Landman en die plukt de rijpe vrucht, Hij brengt ze in de wijnpersbak om ze te persen en er wijn van te maken. Wijn die vreugde geeft.

Een andere weg:

In dit gedeelte wordt veel over liefde gesproken. Hier staat specifiek de liefde van God. Een onmogelijke opgave om die uit te dragen als we niet aan Hem verbonden zijn. Het is immer Zijn liefde die door ons heen mag stralen. In I Johannes 4 geeft Johannes dit duidelijk aan. Pastoraat mag gericht zijn op verbonden zijn aan Jezus zodat Zijn liefde (Agape) ons hart mag doorstromen en ons leven gaat reinigen. De beste wijze om dit te bereiken is door veel bij Hem te zijn. Jezus beloofd verschillende keren in Zijn gang naar de wijnpersbak dat Hij de Vader zal vragen om de Helper, de Heilige Geest, te sturen. Hij zal leiden, Hij is het levende water, stromend uit de Bron, de Geest van Christus, die ons leven gelijkvormig maakt aan de Wijnstok. Als wij investeren in rein worden, in Zijn aanwezigheid verblijven, dan zullen we niet gaan overlopen van activiteiten organiseren. Dan is het blijven in deze liefde vormend voor je hart waardoor je op een andere wijze, van binnenuit, actief wordt in de hulp aan de ander. De vrucht wordt geperst, dus niet de rank zelf, daar groeien weer nieuwe trossen aan, daar bent u voor Hem veel te waardevol voor! Het is boeiend om te ontdekken wat het verschil tussen beide is. De rank wordt door zijn verbondenheid met Jezus steeds meer gelijkvormig aan Hem (beeld dat in Gen. 1 al naar voren komt). De vrucht is hetgeen anderen door ons karaktervorming heen en de dingen die we mogen doen kunnen plukken.

We kunnen elkaar goed helpen door naar elkaar om te zien, te geven van wat we zelf ontvangen hebben. Dat bouwt op. Professioneel pastoraat staat dan in het teken van het begeleiden om weer heel te worden van binnen, om de plaats die geroofd is door allerlei omstandigheden weer in te leren nemen door als rank je weer te verbinden met de Bron die leven geeft. Wat heb ik nodig om te midden van omstandigheden die vaak niet meer weg gaan me toch gevoed en veilig te weten? Hoe kan ik weer verbonden leven met deze bovennatuurlijke liefde?

Er staat in de wijngaard een toren, er is een muur omheen gebouwd. Teken van bescherming en bewaring. In het pastoraat mogen we een veilige omgeving creëren waarin de Landman aan het werk is. De professie bestaat eruit dat je meer gericht blijft op Jezus handelen door jou heen en in de ander. Levend vanuit de Bron helpen om anderen de weg te laten vinden naar diezelfde Bron. Daarbij ben je als begeleider niet meer en minder dan aangever. Daarnaast zal je in praktische zin als gemeenschap voor de ander klaar mogen staan in noden die er zijn om ervoor te zorgen dat er ook innerlijk ruimte is om te veranderen. Dit klink vrij abstract daarom zal ik het vanuit het voorbeeld anders weergeven.

De rank is geënt in de wijnstok. Krijgt zorg van de Landman. De verbinding tussen wijnstok en rank is het blijven in de liefde Gods. Het gebod dat we als gemeente naar elkaar toe krijgen is niet anders dan elkaar lief te hebben met dezelfde liefde die we ontvangen in Jezus door de Heilige Geest.  

Wijnstok <=>1 rank <=>2 vrucht <=>3 geperst worden <=>4 vreugde

1.         Goddelijke liefde is de leven gevende verbinding:

Zijn aanwezigheid zoeken door aanbidding, persoonlijk, gezamenlijk gebed, processen om innerlijk te genezen, vernieuwing van denken, etc. Vele vormen maar centraal staat blijf in Mijn liefde om te komen tot deze verbondenheid. Altijd van Persoon tot persoon.

2.         Vrucht dragen:

Waar je hart vol van is stroomt de mond van over. Een proces waarin de ontvangen sappen omgevormd worden tot daden. Dit proces wordt zichtbaar doordat mensen in hun hart nieuwe verlangens krijgen om na te jagen. De sappen die in de wijnstok stromen worden nu ook mijn sappen. Waar boosheid en bitterheid opkwamen vloeien deze als het ware weg en komt een nieuwe identiteit naar voren. Zie Gal. 5. Let op vruchtdragen zit niet in oppervlakkigheden maar in persoonlijke vernieuwing die we zelf niet kunnen oproepen omdat het een bovennatuurlijke verbondenheid vereist. Gedreven door passie en niet door verantwoordelijkheid. Ook al hebben die wel degelijk een plaats in ons leven.

3.         Vanuit verantwoordelijkheid wordt je karakter niet in de diepte omgevormd. Geplukt worden, op de grote hoop gaan en geperst worden is een proces waaruit blijkt dat je meer bent dan je vrucht. Je bent zo gegroeid dat je meer bent in je ‘zijn’ dan de dingen die je doet. Je verstaat de kunst van het loslaten (in Zijn handen) en weet dat de vrucht geplukt wordt, niet de rank. Je geeft daarin jezelf, kijkend naar de vreugde die in het vooruitzicht gesteld wordt (is dat niet een herkenbare gang Jes 53)

4.         Vreugde, eens zal God alles mengen in de beker van de dank. De wijn die gedronken wordt op de bruiloft van het Lam. Openbaring 19 spreekt over de trouwjurk die gegeven wordt, de rechtvaardige daden van de heiligen. Daar zal deze vrucht in volle glorie schitteren. Maar wat is het ook in het hier en nu een geweldige vreugde als je met je inspanning mag zien hoe mensen veranderen. Hoe deze inspanningen jezelf veranderen. Je steeds meer loskomt van jezelf omdat die vrucht zo heerlijk zoet is voor hen die Jezus nog niet geproefd hebben, de vrucht van de ware wijnstok.

Als gemeenschap steken we dan de handen uit de mouwen in het omzien naar elkaar omdat we zelf gevuld zijn en weten dat er naar ons omgezien is. Omgezien door de Vader en door hem die Hij op ons pad geplaatst heeft. Dit is geen proces wat alleen maar geestelijk is, maar juist ook heel praktisch. Je laat in je daden zien waar je in geloofd. Die twee horen in de breedste zin bij elkaar. Daden volgen uit jou contact met hetgeen je belangrijk vindt. Is dat je werk dan … Is dat Jezus  dan … Welke bron heeft het in jou leven voor het zeggen, kijk maar waar je van harte in investeert.

Vellekoopconnections Maart 2019