De laatste tijd zien we de regenboogvlag veelvuldig in beeld. Dit zorgt ervoor dat we binnen christelijk Nederland opnieuw visie mogen bepalen t.a.v. dit thema.  Daarnaast zien we hoe verschillend gedacht wordt over het thema vaccinatie. Ook daar wordt lang niet altijd voor de dialoog gekozen. Dit artikel wil een aanzet geven om in een bredere context te kijken naar de vragen die op ons afkomen.

Een kort stukje geschiedenis, beschreven in Wikipedia:

Onder de aanduiding sodomie waren homoseksuele handelingen sinds de 13e eeuw in Europa een strafbaar feit, waar de doodstraf op stond. Als gevolg van de Verlichting in de 18e eeuw werd deze strafbaarheid door de Franse Revolutie in 1791 afgeschaft. Dit werd bevestigd in het nieuwe Franse wetboek van strafrecht, de Code Pénal van 1810, die in 1811 ook in de Noordelijke Nederlanden werd ingevoerd.

Deze Franse wetgeving werd overgenomen in landen als Nederland, België, Luxemburg, Beieren, Italië, Spanje en Portugal. Hiermee bevond het protestantse Nederland zich in gezelschap van louter katholieke landen waar homoseksuele handelingen tussen volwassen mannen voortaan toegestaan waren. In de andere protestantse landen, met name Pruisen en Engeland, bleef de strafbaarheid namelijk bestaan, al werd wel de doodstraf vervangen door een gevangenisstraf. Hierdoor ontstond in Noordwest-Europese landen een impuls om eveneens voor de afschaffing van strafbaarheid te strijden.

De emancipatie van homoseksuelen in Nederland kan worden onderverdeeld in enkele fases:

De eerste fase was de strijd tegen wettelijke discriminatie en strafbaarstelling van homoseksualiteit.

Deze fase begon eind 19e eeuw en eindigde in Nederland in 1971 met de afschaffing van art. 248bis.

De tweede fase was de strijd om het verkrijgen van gelijke rechten, waarbij homo’s en lesbische vrouwen een eigen plaats voor zichzelf opeisten. Deze fase begon eind jaren zestig en eindigde in Nederland in 2001 met de openstelling van burgerlijk huwelijk voor paren van gelijk geslacht, het homohuwelijk.

De derde fase gaat om het realiseren van sociale acceptatie van homoseksuele mannen en vrouwen. Deze fase begon kort na het jaar 2000.

Naast deze informatie zien we op dezelfde site de verandering van de samenleving in Nederland ten aanzien van kerkelijke betrokkenheid. Van 2,3% “onkerkelijken” in 1899 naar ongeveer 54% in 2020.

Sinds het modernisme en de opkomst van het socialisme zien we deze verschuiving. Bijbelse waarden en normen zijn niet meer heersend in het vormen van onze mening over uiteenlopende standpunten. We zien hoe christelijke gemeenschappen zich zijn gaan verhouden t.o.v. de maatschappelijke ontwikkelingen. Een deel is met de context van de maatschappij mee gegaan. Nadat in 2001 het homohuwelijk gelegaliseerd is in Nederland is in diverse kerken ruimte geschapen om het homohuwelijk in te zegenen. Een ander deel van de kerk heeft zich op vele gebieden verzet tegen maatschappelijk ontwikkelingen, ook op het gebied van homoseksualiteit. Zij blijven de oude waarden en normen handteren.  Elke vorm van praktiseren van seksuele relaties, dan binnen het huwelijk tussen man en vrouw, worden afkeurt. In een schaalverdeling zijn dit de uitersten. Er is een brede diversiteit die zich hiertussen begeeft.

Als je je inleest op dit onderwerp zie je hoe diverse gemeenschappen formuleren hoe zij naar dit onderwerp kijken vanuit “hun” visie op het christelijk geloof. De vraag die dit bij mij oproept is de volgende: wie bepaald wie God is? Wie bepaald hoe Hij denkt en wat Hij van onze standpunten vindt? Moet ik mijn visie verdedigen omdat het raakt aan mijn godsbeeld? Bestaat er nog een “groter geheel” dan mijn (maatschappelijke, kerkelijke, familie , of …) context die mijn “godsbeeld” bepaald? Bestaat er een onafhankelijke god die ik moet volgen? Of bepaal ik het beeld van een godheid en moet die zich aan mij aanpassen. Vanuit mijn achtergrond wordt er dan verwezen naar de kracht van het Woord van God, de Bijbel. Laat de Bijbel zelf spreken doordat je de context van de Bijbel laat bepalen hoe we tegen bepaalde onderwerpen aan kunnen kijken. Daarbij zijn we nooit vrij van interpretatie. Gaandeweg heb ik gemerkt hoe dat ook bij mij een bril heeft veroorzaakt en moest ik een weg zoeken zodat er meer ruimte kon komen om echt naar anderen te luisteren. We staan immers op de gedachtegangen van de voorgaande generaties. Is het dan een onmogelijke missie om god te leren kennen? Ik denk dat het niet met die vraag begint. De eerste vraag die we onszelf mogen stellen is of ik ruimte wil bieden aan de mogelijkheid dat mijn denken, willen, voelen en handelen zich aan mag passen aan iemand die meer zeggenschap heeft over mijn leven. Een “groter geheel” die zeggenschap heeft. Zo`n zeggenschap dat het mijn “zijn” mag corrigeren en zal corrigeren (zonder dat ik voor een ander bepaal hoe). Om een voorbeeld te geven. Als ik van iemand hou kleurt dat de wijze waarop ik op de ander reageer. Als ik niets met de ander van doen heb raakt een opmerking anders.

De drie fasen die hierboven genoemd worden geven mij een beeld van een groep mensen die op zoek is naar erkenning en die deze niet vond bij veel geloofsgemeenschappen. In de beweging die de maatschappij gemaakt heeft hebben de zoals hierboven beschreven gemeenschappen geanticipeerd. Daar wil ik geen oordeel over uitspreken, dat is niet aan mij. Wel denk ik dat de context van het geloof in Jezus een kleur geeft die een regenboog overstijgt. Hij is gekomen om de wil van Zijn Vader te doen. Zonder aanzien des persoons mogen mensen komen lezen we in het Woord. Geloof in Jezus betekend ten diepste in relatie leven met Hem en je leven laten inkleuren door die relatie. Een interne verbondenheid die tot uiting komt in alles wat je doet. Dat is het leven met een Vriend maar ook met een Meester, een meerdere. Durf ik, wat mijn achtergrond ook is los te laten om door Hem onderwezen te worden?

De democratisch gekozen god zorgt ervoor dat je als groep ook je godsbeeld moet verdedigen. Dan kom je tegenover elkaar te staan. Het is een verademing dat Jezus gesproken heeft over de “balk” en de “splinter”. We hoeven ons niet te bemoeien met de splinter van de ander maar mogen ons bezig houden met de dingen die onszelf aangaan. Johannes zet later in zijn evangelie dat het de Geest is die overtuigd van zonde, gerechtigheid en oordeel. Achter deze woorden zit een eigen wereld. Wat het mij te zeggen heeft is dat het mijn taak is om mensen in contact te brengen met Gods Geest. Zodat ze Hem leren kennen en hun leven verrijkt wordt. Deze Geest mag op Zijn wijze en tijd dan met betreffende thema`s aan de slag gaan. Dit geeft ruimte voor open ontmoetingen waarbij het niet gaat om mijn godsbeeld maar om hoe Hij zich laat zien door de levens van anderen heen. Hoe openbaart God zich door de ander heen, geeft ze hun gaven en talenten. Laten we daarom onze energie stoppen in de wijze waarop God ons kiest om in Zijn koninkrijk van betekenis te zijn. Dan zullen we met andere ogen naar Hem gaan kijken en naar de mensen om ons heen.

Arnold Vellekoop                                                                                                                          december 2021

4 reacties

  1. Twicsy schreef:

    Leuk bericht, ik heb het gedeeld met mijn vrienden.

  2. Annelies schreef:

    Mooi omschreven en zo waar! Het is een kunst om de ander echt te willen zien. Zonder oordeel. Dat vraagt God van ons. God is de enige die alle tranen weegt, omdat Hij alleen elke traan kent. Laten we idd eerst de balk uit onze eigen ogen te halen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.